
Nog meer beweging verbeelden
Ingelies Vermeulen
Bekijk nog meer tips die je verder op weg helpen.
Beweeg zelf terwijl je aan het schilderen bent
Beweging schilderen gaat het beste vanuit een lichaam wat lekker los en bewegelijk is. Als je heel gespannen en verkrampt een bepaalde lijn probeert te zetten, is de kans dat er schwung en flair in zit een heel stuk kleiner dan wanneer je vanuit je schouder met grote beweging schildert. De beweging die je zelf maakt, vertaalt zich op het doek. Sta dus niet te stil tijdens het schilderen, gebruik de soepelheid van je lichaam en ‘dans’ met je penseel.
Jackson Pollock, (1912 - 1956)
Amerikaanse schilder die bekend werd met zijn action painting.
Karel Appel, (1921 - 2006)
Nederlandse schilder/beeldhouwer die bekend werd met deze uitspraak: ¨Ik rotzooi maar een beetje an. Ik leg het er tegenwoordig flink dik op, ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en blote handen tegenaan, ik gooi d'r soms hele potten tegelijk op.¨
Zorg voor beweging in je toets
Ook de manier waarop je je toets aanbrengt kan voor beweging zorgen. Zet de toetsen in de richting waarop je de beweging wilt suggereren en zorg dat ze duidelijk zichtbaar zijn. Als je een vlak helemaal glad schildert of inkleurt, krijg je een heel ander effect dan wanneer in je hetzelfde vlak de toetsen alle kanten op laat bewegen (of naar één bepaalde kant). De ogen van de kijker gaan de toetsen volgen en noteren het weer als beweging.
Umberto Boccioni, Geestesgesteldheid van degenen die gaan, 1911
Vincent van Gogh was hier goed in. Denk bijvoorbeeld aan zijn Sterrennacht. Hoe de vele toetsen in de lucht je ogen laten rond dwarrelen langs alle rondlopende toetsen in de lucht: het geeft je het het gevoel alsof je met je hoofd in je nek naar boven kijkt en jezelf verliest in al die magische lichtjes die je een voor een ontdekt.
Vincent van Gogh, Sterrennacht, 1889
Gebruik contrasten
Ook het gebruik van contrasten kan beweging suggereren. Zo trekken je ogen naar warme kleuren. Dus als je die naast een koude kleur (rood tegen blauw), kun je de illusie van beweging scheppen. Je ogen worden dan een bepaalde kant op getrokken door een pad van warme kleuren.
Wassily Kandinsky, Blauw beeld, 1924
Wassily Kandinsky, Twee bewegingen, 1935
Je kunt ook gebruik maken van licht en donker en uit het donker iets naar voren laten komen. Je ogen worden naar het licht getrokken en naar het punt waar het contrast tussen licht en donker het grootste is.
Combineer, maar met mate
Wanneer je een aantal van deze elementen combineert, zal er nog meer beweging in je werk ontstaan. Kijk bijvoorbeeld naar het paard dat in galop tegen een vage achtergrond van rechtsonder naar linksboven rent.
Theodore Gericault, Artillerist leidt zijn paarden het veld in, 1913
Waarschuwing: gebruik ze niet allemaal tegelijkertijd want dan wordt je publiek zeeziek.
Andreas Achenbach, Een sleepboot verlaat de haven van Oostende bij vloed, 1878